Veel gedupeerden hebben een lening bij familie of vrienden afgesloten om het hoofd boven water te houden. Dit zijn zogeheten ‘informele schulden’. De financiële nood was vaak hoog omdat de Belastingdienst (onterecht) invorderde. Wij horen meerdere schrijnende verhalen. Bijvoorbeeld over een maandelijkse terugbetalingsplicht aan de Belastingdienst van €1.100,- terwijl een gedupeerde maar €900,- inkomsten per maand had. Een Belastingdienst die op geen enkele wijze wilde meewerken aan een wel haalbare terugbetalingsregeling.
Had de gedupeerde het geluk dat zij bij familie of vrienden konden lenen, dan kon er eten op tafel komen. Zogenaamde broodnood.
Vaak ging dat zonder schriftelijke leningsovereenkomst; je zorgt gewoon voor elkaar. Hoe mooi is het dat je er voor elkaar bent en elkaar helpt. Dat koesteren wij toch in Nederland?
De staatssecretaris schrijft in de 8e voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag dat deze leningen niet zomaar in aanmerking komen voor schuldovername door de overheid. Zij stelt hele zware eisen. Zo moet de schuld zijn vastgelegd in een notariële akte die tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021 is opgesteld.
Opnieuw levert dit schrijnende situaties op. Bijvoorbeeld van een gedupeerde die bij familie heeft geleend en dit netjes in een overeenkomst heeft vastgelegd. En daarnaast nog de geleende bedragen op haar bankrekening ontving met de omschrijving ‘lening’.
Zelfs dit is niet genoeg voor de overheid om volgens het voorschrift van de 8e voortgangsrapportage voor compensatie in aanmerking te komen.
Advocaten: doe hier wat aan!